
Het kan je gebeuren als je lekker zit te Powerpointen (of te Prezi-en), maar ook – zoals schrijver dezes – als je met enige regelmaat in de editor van een content management systeem zoals WordPress werkt.
Het kan je gebeuren als je lekker zit te Powerpointen (of te Prezi-en), maar ook – zoals schrijver dezes – als je met enige regelmaat in de editor van een content management systeem zoals WordPress werkt.
Als internetbureau zien wij regelmatig SEO-rapporten van gespecialiseerde SEO-bureaus voorbij komen. Leuk, want daar leren wij ook weer van. Maar wat ons vaak verbaast, is het onterechte belang dat veel SEO-bureaus toekennen aan de HTML-validatie van een website in relatie tot zoekmachineresultaten.
HTML-validatie wil zeggen dat een website voldoet aan aan kwaliteitskenmerken die aan correcte HTML worden gesteld. De daarvoor gehanteerde criteria zijn opgesteld door het World Wide Web Consortium (W3C). In lekentermen: als HTML een taal was, dan zijn de regels van W3C de grammaticaregels.
Maar weinig websites zijn 100% W3C-gevalideerd en het is heel eenvoudig om met online tools een ‘W3C-foutenrapport’ van een website te genereren. Veel SEO-bureaus doen dat dan ook gretig. Hup, weer 3 pagina’s van het SEO-rapport gevuld met technisch jargon. De gemiddelde opdrachtgever zal er niks van begrijpen, maar het ziet er behoorlijk indrukwekkend uit, dus tja… dan zal het wel waar zijn.
In onze blog hebben we wel eens geschreven over plagiaat van websiteteksten. Maar het feit dat je content wordt gekopieerd, hoeft niet altijd slecht te zijn. Soms worden teksten van je website gekopieerd met onschuldige bedoelingen. Internet is tenslotte (zeker tegenwoordig) “all about sharing”.
In veel gevallen zullen kopiërende webmasters het dan ook niet erg vinden om er een bronvermelding bij te plaatsen. En als dat ook nog gebeurt met een link terug naar jouw site, dan is het alleen maar goed voor je zoekmachineresultaten (want Google houdt van linkjes).
UPDATE Picnik, de hieronder beschreven gratis oplossing voor het online bewerken van foto’s, stopt ermee in april 2012. Google nam Picnik over en heeft besloten om “de stekker eruit te trekken”. Jammer, want Picnik was een heel fijn hulpmiddel om foto’s te bewerken. Op zoek naar een alternatief? Klik hier voor PicMonkey, de waardige en eveneens gratis opvolger van Picnik. |
Als je afbeeldingen wilt verkleinen om ze op je website te plaatsen, is het belangrijk dat je die foto’s niet alleen kleiner, maar ook minder zwaar maakt. Want zware afbeeldingen maken je site langzaam. Da’s vervelend voor de bezoeker, maar ook Google heeft een hekel aan websites die langzaam in beeld verschijnen.
Heb je ervaring met beeldbewerking, dan beschik je misschien over speciale software. Photoshop is natuurlijk een heel bekend, maar ook heel duur programma. Wil je geen geld uitgeven aan een speciaal programma, dan zijn er tal van gratis online tools om foto’s te bewerken. Op deze website vind je een overzicht van maar liefst 50 van die online beeldbewerkingsprogramma’s, allemaal gratis.
Over bloggen zijn we bij WebGenerator nogal enthousiast. Als je het ons vraagt zou iedere ondernemer een blog in zijn/haar website moeten integreren. Maar dat is nog lang niet het geval. Laten we daarom nog eens een lans breken voor bloggen en e.e.a. dit keer onderbouwen met keiharde cijfers uit onze eigen praktijk.
Komt-ie:
Nou ja, 19,29% om precies te zijn, zie onderstaand screenshot uit onze websitestatistieken, gemeten over het jaar 2010:
Versie 6 van Microsoft’s browser Internet Explorer is ruim 10 jaar oud en veel websitebouwers al heel lang een doorn in het oog. Puristisch ingestelde webdesigners zullen zelfs zeggen dat die browser nooit het levenslicht had mogen zien. Feit is dat “IE6” het maken van een website niet makkelijker maakt. Websitefuncties die probleemloos werken in Firefox, Chrome en latere versies van IE zelf, doen het in IE6 soms gewoonweg niet. Als websitebouwer moet je daarom speciaal voor die ene browser allerlei trucjes toepassen. Omdat er nu eenmaal nog steeds een kleine groep mensen is die IE6 gebruikt (in Nederland nog 2,6% volgens Microsoft zelf).
Slim hoor, wat Jacques Bakx van LeadBuilders heeft bedacht. Hij neemt video-interviews af bij klanten en relaties over hoe zij leads genereren. Die video’s plaatst hij dan op YouTube en op zijn eigen website. Resultaat: leuke, relevante videocontent die perfect aansluit bij zijn eigen core business (leadgeneratie). Sterk staaltje videomarketing!
Jacques belde ons ook. Of we voor de camera wilden vertellen hoe WebGenerator aan leads komt. Nou, dat wilden we wel. De eer viel te beurt aan schrijver dezes en van het interview werden door LeadBuilders maar liefst zeven filmpjes gemaakt.
Honderden klanten gebruiken onze e-mail marketing tool WebGenerator ProMail als ze hun e-mail nieuwsbrief maken. Voor al die opdrachtgevers geldt onze behoorlijk strenge anti-spam policy, waarmee we zorgen dat e-mailings en nieuwsbrieven altijd volgens de daarvoor geldende anti-spam wetgeving worden verzonden. Toch hebben veel mensen vragen over wat nou wel mag en wat niet. En het is soms ook best lastig om te bepalen waar de grens ligt.
Het leek ons een aardig idee om de vragen die we in de loop der jaren te horen kregen eens op een rijtje te zetten, inclusief de antwoorden die we daarop geven. Vaak zijn we wat strenger dan andere leveranciers van e-mail marketing oplossingen; soms zijn we zelfs strenger dan de wetgeving op dit gebied. Daar hebben we wel eens een discussie over, maar meestal kan iedereen zich toch prima vinden in het idee dat e-mail marketing nu eenmaal het beste werkt met echte permissie.
Je weet het eigenlijk wel: je e-mail nieuwsbrief moet je kort en krachtig houden. Simpelweg omdat die e-mail nieuwsbrief steevast in een overvolle mailbox terecht komt, omringd door – voor de ontvanger – veel belangrijkere berichten. Maar ja, je hebt zoveel te vertellen. En je wilt het ook goed uitleggen. En diep in je hart ben je van mening dat de lezers van jóuw nieuwsbrief daarvoor wel tijd willen en kunnen maken. Want ze hebben zich er toch zelf voor aangemeld?